Symptomen paardengriep
Wanneer je paard in contact komt met een griepvirus kan het al na twee of drie dagen ziek zijn. De voornaamste symptomen zijn hoge koorts, neusuitvloeiing, hoesten en een versnelde ademhaling. Verder kan een besmet paard erg suf zijn en weinig eetlust hebben.
In principe kunnen alle paarden griep krijgen. Jonge en erg oude paarden zijn er gevoeliger voor. Voor veulens en paarden met een verminderde weerstand kan paardengriep zelfs dodelijke gevolgen hebben.
Symptomen paardengriep
- Hoge koorts (39,4 – 41,1 °C)
- Lusteloosheid en gebrek aan eetlust
- Verminderde conditie
- Harde, droge hoest
- Versnelde ademhaling
- Vergrote lymfeklieren van de onderkaak
- Dikke benen (oedeem)
- Neusuitvloeiing -van waterig tot geelgroen gekleurd (een snotneus)
- Ooguitvloeiing
- Spierpijn
Snelle diagnose door je dierenarts
De verschijnselen van paardengriep lijken erg op ademhalingsziekten, zoals verkoudheidsvirussen, rhinovirus (EHV1 en EHV4) en bacteriële longinfecties zoals droes. Waarschuw bij symptomen zo snel mogelijk een dierenarts. De dierenarts kan door middel van een neusswab vaststellen of het werkelijk griep is en welk type griepvirus de ziekte heeft veroorzaakt.
Bescherming door 3 basisvaccinaties
Vaccinatie helpt het paard te beschermen tegen paardengriep en eventuele gezondheidsklachten te voorkomen. Het vaccinatieschema tegen paardengriep bestaat uit een basisvaccinatie die gevolgd wordt door een (half)jaarlijkse herhalingsvaccinatie. Het is belangrijk dat de basisvaccinatie goed wordt uitgevoerd. Niet alleen omdat de KNHS dit eist, maar ook om er zeker van te zijn dat het paard goed beschermd is.
De basisvaccinatie bestaat uit drie vaccinaties. Veulens krijgen hun eerste vaccinatie op zes maanden leeftijd. Vier weken later volgt de tweede vaccinatie en vijf maanden hierna de derde. Paarden die om wat voor reden nog nooit gevaccineerd zijn tegen paardengriep, moeten uiteraard ook eerst de drie basisvaccinaties krijgen.
3x vaccineren = optimale bescherming
Dat een veulen of paard 3x gevaccineerd moet worden, is niet voor niets: wanneer een paard de allereerste vaccinatie krijgt, is het lichaam en het afweersysteem hier nog totaal onbekend mee. De entstof wordt wel herkend als ‘lichaamsvreemd’, waardoor het afweersysteem relatief traag op gang komt. Het paard maakt nu geheugencellen aan: dat zijn cellen van het afweersysteem die onthouden hoe dit vaccinvirus er uitziet.
Bij de tweede vaccinatie herkent het afweersysteem van het paard het vaccinvirus meteen en kan het lichaam er veel sneller en beter op reageren. Er worden gerichte afweerstoffen opgebouwd, die specifiek gemaakt zijn om griepvirussen te herkennen en onschadelijk te maken. Deze afweerstoffen zakken echter vrij snel naar een niveau dat onvoldoende bescherming geeft aan het paard.
Pas na de derde vaccinatie (vijf maanden na de tweede), worden er grote hoeveelheden antistoffen geproduceerd die tot de eerste hervaccinatie, een jaar later, voldoende klinische bescherming geven. Wanneer het paard daarna in aanraking komt met een griepvirus, zal het paard weinig of niet ziek worden en minder of geen virus verspreiden.
Hoe vaak moet je je paard laten vaccineren?
Vanaf 6 maanden krijgt het veulen 2 basisvaccinaties. De 3e vaccinatie krijgt het veulen dus als jaarling en daarna volgt de jaarlijkse herhaling. In de meeste gevallen moet je de herhalingsvaccinatie jaarlijks herhalen. Maar als je paard regelmatig in contact komt met andere paarden (zoals bij keuringen, wedstrijden of een stal deelt met andere wedstrijdpaarden) verdient een halfjaarlijkse vaccinatie de voorkeur. Een halfjaarlijkse vaccinatie is bij internationale wedstrijden zelfs verplicht. Vraag je dierenarts om advies!
Let op: noteer alle vaccinaties goed in je paardenpaspoort. Bonden, als de KNHS, FEI en het K.B.R.S.F, en veel staleigenaren controleren steeds vaker of je paard volgens de richtlijnen is gevaccineerd.
Verschillende soorten griepvaccins
Om een paard te beschermen tegen paardengriep zijn er meerdere griepvaccins beschikbaar. Griepvaccins variëren in samenstelling en het is belangrijk dat de virusstammen in het vaccin beschermen tegen de circulerende griepvirussen. Daarnaast is het goed om bij de keuze van een vaccin te letten op het advies van de Wereldorganisatie voor Diergezondheid (OIE). Omdat griepvirussen met grote regelmaat veranderen, is een verouderd type vaccin mogelijk minder effectief. Let daarom bij de keuze van een griepvaccin erop of het vaccin beschermt tegen de door de OIE genoemde virusstammen. Je dierenarts kan je hierover alles vertellen.
TIP: geef een paard een dag na de vaccinatie een dag rust. Na vaccinatie is het lichaam druk bezig met het ontwikkelen van afweerstoffen tegen influenza. Dit kost het paard veel energie. Voor een optimale bescherming op een wedstrijd, is het het beste om minimaal 2 weken vóór de wedstrijd te vaccineren.
De dierenarts vervult een belangrijke rol in het leven van je huisdier. Voer je locatie in om verbonden te worden met een specialist in uw buurt
VIND EEN DIERENARTS DICHTBIJBNL-EQU-220500001